Goede Vrijdag 2010

In de vroege ochtenduurtjes zoek ik via Google naar iets en kom zo een filmpje op YouTube tegen dat ik daar niet verwachtte.
Ik ben nog niet zo thuis in de YouTube wereld en verbaas me over wat je daar allemaal kunt zien. Fragmenten uit opera’s die tientallen jaren geleden opgenomen zijn, dansen zo maar voor mijn ogen het scherm af.

De filmpjes zijn pas in het afgelopen half jaar geplaatst. Degene die ze daar ten toon stelde moet een liefhebber zijn. Want ze hebben allemaal één ding gemeen, ook al zijn de muziekdelen zeer uiteenlopend. Diverse aria’s uit Carmen van Bizet, een Amerikaanse liederenrecital, opgenomen in Carnegie Hall, hoogtepunten uit La Traviata van Verdi, de onnoemelijk zware Don Carlo van dezelfde Verdi. Een lichtvoetige Offenbach en de altijd lieflijke La Bohème van Puccini.
Dan zitten er nog opnamen bij van een oratorium van Händel, beelden van een moderne, Amerikaanse opera en nog wat klassiekers.
Heerlijke minutenlange filmpjes om bij weg te dromen. Voor de liefhebber. Want dat ene ding wat al deze YouTube feestjes aan elkaar plakt is een Amerikaanse zanger die in de jaren 80 en 90 een veelgevraagde lyrische tenor was. Zowel in de operahuizen van Amsterdam, Londen en Parijs, als in Sydney, Melbourne en New York. Het voelt als een onverwacht cadeautje. Met een simpele muisklik kan ik zomaar een stem beluisteren waarvan ik niet wist dat ik die nog eens zou horen. Kan ik zomaar kijken naar uitvoeringen van aria’s die lang geleden gezongen zijn. Genieten van duetten met sopranen die inmiddels tot de klassieke verbeeldingen horen.

Goede Vrijdag 1987.
Het water klotst tegen de boeg van het grote zeilschip. Er staat een straffe wind. Een dikke trui was om mijn schouders gelegd, maar dat is niet warm genoeg.
Ik heb hem over mijn eigen trui aangetrokken.
Het gezelschap om me heen is divers. Een grote, blonde vrouw, Duitse van origine, met een stem als een klok en een lach als een draaiorgel. Haar grijze ogen zijn het meest opvallend in haar grove gezicht.
Twee jonge giechelende, Amerikaanse vrouwen die als zussen bij elkaar horen, maar collega’s zijn. De een is de diva, de ander verzorgt alles wat met de diva te maken heeft.
Dan een elegante, oudere, zeer Britse man met glinsterende ogen en een atletische bouw. Hij straalt iets adellijks uit maar dat vergeet je onmiddellijk als hij de meest cynische grappen aan het vertellen is met zijn prachtige stem.
En een jonge man. Donkerharig, rijzig, aantrekkelijk. Aanhankelijk. Aandoenlijk. Tot slot een van mijn collega’s, die deze trip heeft georganiseerd.
De schipper geeft eerst uitleg en naderhand bevelen. Zeilen worden gehesen, de wind wakkert aan en pas tegen elf uur in de ochtend is het tijd om met een kruidenbitter de kelen te smeren. Het zijn kostbare kelen die gesmeerd moeten worden. Want het illustere gezelschap bestaat uit operazangers, solisten die hier samen hun vrije dag op het IJsselmeer doorbrengen.
Het schip doorklieft de zilverwitte schuimkoppen. Koud water spat op onze gezichten als we op het dek naar een paar meezwevende meeuwen kijken.
De wind gaat door allebei de truien heen. Het dek is glad. Grijs, zilver, blauw om ons heen. Het zou een decor kunnen zijn van de opera waar de elegante oudere zanger talloze malen in excelleerde. De kleur van de ogen van de grote, blonde sopraan.
Een paar armen om me heen verwarmt me meer dan de beide truien. De jonge zanger zingt zacht in mijn oor, Puccini’s aria over koude handen.
Een zeiltrip om niet meer te vergeten. Vreemden zijn vrienden voor een dag. Een Goede Vrijdag.
Wandelend door Hoorn, hand in hand met een tenor die jaren later op YouTube te zien zal zijn. Een broodje delend met een zangeres, die uiteindelijk neer zal strijken op een ranch in Florida om daar de kost te verdienen met workshops, nadat haar stem niet meer gesmeerd kan worden. Lachend om de spitsvondige humor van de Engelse tenor met zijn sprankelende blik.
Verwaaide zielsherinneringen van een willekeurige zeiltrip op een Goede Vrijdag.

Goede Vrijdag 2010.
Tot mijn schrik lees ik dat de Britse zanger drie weken geleden plotseling overleden is. Die indrukwekkende man is er niet meer. Niet meer zijn krullachende mond om prachtige aria’s.
Ik krijg het koud van dit bericht en er zijn geen truien genoeg om dat te verhelpen.
De twee vrouwen zijn van het toneel verdwenen. Het is me niet duidelijk geworden wat zij in hun leven na de opera zijn gaan doen.
De grote, blonde zangeres leeft zoals gezegd in Florida. Ze zingt niet meer.
Haar ogen zullen misschien nog kleuren als het grijze IJsselmeer, maar dat zal het enige aanknopingspunt met die dag zijn.
En de tenor met zijn armen om me heen, met zijn lyrische Puccini-stem, is een grijzende man geworden die een klein, luxe hotel runt in Santa Fe in New Mexico. Hij schijnt nog af en toe master classes te geven aan diverse conservatoria. En hij trakteert zijn gasten soms op een aria. Misschien wel over koude handen.

Plaats een reactie