Voet op de bank

Deze foto plaatste ik onlangs op Facebook en dat deed nogal wat stof opwaaien. Er kwamen verschillende reacties uit diverse invalshoeken. Waar de een ervan overtuigd is dat de wereld harder is geworden en huftergedrag is toegenomen, is de ander van mening dat er duizenden jaren geleden dezelfde soort discussies werden gevoerd. En natuurlijk is het zo dat asociaal gedrag niet iets nieuws is of alleen van deze tijd. Zolang er mensen zijn, bestaat er onaangepast gedrag en sociale discrepantie. (om maar eens een moeilijk woord te gebruiken).

Wat voor mij echter een vraag blijft is of huftergedrag puur uit asociaal bewustzijn voortvloeid of dat de veroorzaker(lees: hufter) eigenlijk helemaal niet doorheeft dat hij een hufter is of zich als zodanig gedraagt? Dit laatste lijkt me namelijk nog veel erger. Iemand die zich asociaal gedraagt omdat hij gewoon even schijt(om maar eens een oerhollands woord te gebruiken) aan alles en iedereen wil hebben is nog tot daaraan toe. Maar iemand die geeneens doorheeft dat hij een ongelofelijke aso is, is misschien nog veel erger.
Toen het op Facebook hierop kwam deponeerde ik de stelling dat empathie en sociaal gedrag aangeleerd worden en niet vanzelfsprekend in het pakketje ‘geweten’ worden meegeleverd. Als dat zo is, zou je ervan uit kunnen gaan dat steeds meer kinderen geen empathie of meedeleven wordt bijgebracht. Een interessante stelling. Helemaal als je van een maakbare samenleving uitgaat. Als dit daadwerkelijk zo is, zal het beeld van de schoen op de bank een frequent stilleven kunnen worden met een verbaasde hufter daaraan vast wanneer hij wordt aangesproken op zijn asociale gedrag.

Zwart hart

Het kleine meisje spreidde haar armen, draaide en draaide om haar as totdat ze duizelig werd: zo kon iedereen zien dat haar rok wijd uitwaaierde als een ballettutuutje. Alle opa’s en oma’s waren er, alle ooms en tantes, de buren, zelfs een paar juffen van school. Ze straalde, iedereen vond haar lief en bewonderde haar prachtige jurk en het leek wel feest, zoveel mensen stonden om haar en mama heen. Dat al die bekende gezichten bedrukt stonden, dat er zakdoeken tegen neuzen gedrukt werden, dat er schorre stemmen waren, dat wist ze.
Dat was al een hele tijd zo. Het leek wel alsof er heel erg lang niemand echt meer lachte, zo met je hoofd achterover.

Heel hard lachen tot je keel een beetje pijn deed. De mensen die er nu waren, zagen er allemaal grijzig uit en veel van hen hadden natte ogen.

Heel anders dan op die zomerdag toen ze samen met papa en mama trouwde en ook al zo’n mooie jurk aan had. Ze droeg een boeketje bloemen, net als mama, en in de trouwzaal mocht ze een tekening maken die de aardige mevrouw een “handtekening” noemde. Dat was echt een fijne dag en toen leek niemand verdrietig, nou ja, misschien een enkele oma dan. Mama zag er zo blij uit en papa was zo helemaal papa, alles deed het nog bij hem, hij tilde haar nog op en hij lachte met zijn hoofd achterover. Zijn keel deed pijn, dat wist ze wel, maar dat kwam door het lachen en het trouwen.

Papa had heel stil gelegen, in zijn kist, thuis in de tuinkamer met alle ramen waar de zon alles vrolijk maakte. Ze had weer een tekening gemaakt maar nu was er niemand die het een “handtekening” noemde. Het was een zwart hart. Met drie kruisjes. Kusjes. Een van mama, een van haarzelf, een voor papa, drie kusjes, drie kruisjes, papa was er niet meer maar hij kreeg het mooiste zwarte hart, zei mama.
Alle mensen die er waren, vonden dat ze flink en dapper was. En mama was dat ook. Maar zij wist dat er maar één iemand echt flink en dapper was geweest en dat was papa, want hij was heel stoer toen hij prikken en spuitjes kreeg, ze had het zelf gezien.

Ze strekte nogmaals haar armen uit, als in een allesomhelzende beweging, draaide en tolde en lachte met haar hoofd in haar nek, dacht aan papa die haar nieuwe jurk prachtig had gevonden. Papa. Met wie ze getrouwd was, samen met mama. Papa, voor wie alle mensen vandaag waren gekomen. Papa, die er niet meer is. Voor wie ze een zwart hart had getekend. Met drie kruisjes als kusjes.

Loslaten

Ik ben nu een jaar bezig geweest met loslaten.
Beginnen loslaten.
Nadenken over loslaten.

Keuzes maken. Heel bewuste keuzes.
Het overlijden van Paul in juli heeft dat allemaal extra versneld en verscherpt. Paul was een goede, dierbare vriend uit Blackpool. Dat we op die 7 jaar dat we elkaar kenden, elkaar nog nooit echt gezien hadden, deed er helemaal niet toe. Hij leefde mee met mij en ik met hem.
Paul was ook diegene die de webserver waarop niet alleen TenderFeelings draait in de lucht hield maar ook alle andere websites: everythingisastory.net, hungryfeelings.net, levenslangleren.be, doyouremember.be, roadtripamerica.be, barcamp.be,…
Hij was mijn redder in nood, en zijn plotse overlijden – 3 maanden voordat hij vader ging worden – heeft heel wat gedachten in versnelling gebracht.

Keuzes maken en daar naar handelen was 1.

Nog verder afbouwen van dingen die an sich wel leuk zijn, maar waar je eigenlijk meer frustratie uithaalt dan zou mogen in vergelijking met de moeite die je er instopt is twee. Ik organiseerde op 24 maart voor de vierde – en laatste – keer barcamp.

Alle websites stonden op een virtuele server en die brachten ook wel wat inkomsten op van google advertenties. Maar die server kostte ook wel 650€/jaar.  Dus ik zocht en vond oplossingen:

  • Everythingisastory.net gaat naar http://storees.net/.
  • levenslangleren.be heeft Frank meegenomen naar zijn eigen server.
  • doyouremember.be heb ik voor Peter overgezet naar een gratis dienst.
  • barcamp.be wordt nu beheerd door Openminds in Gent
  • voor my.tenderfeelings.net heb ik ook een gratis opvangplaats gevonden.
  • roadtripamerica.be, onze verhalen van onze reizen in de States zal hoogst waarschijnlijk gewoon binnenskamers blijven. Het was nooit mijn bedoeling om daar veel volk mee te trekken, en ik heb daar dan ook geen geld voor over.
  • Het enige dat dus nog overblijft is hungryfeelings.net. Ook dat is dubbel, want ikzelf kan geen kookprogramma/website meer zien.

Hoezo, hoor ik je denken, en tenderfeelings.net dan? Da's een hele goeie vraag. Na 15 jaar Tenderfeelings is het voor mij op.

Kwestie van gezond verstand

Gisteren mocht ik mijn mening geven over een nieuw ultrageheim product van Bpost, het Belgische bedrijf dat het monopolie heeft op het verwerken van dagelijkse post. Ze zijn namelijk op zoek naar een nieuw product dat enerzijds de jongeren kan aanspreken, anderzijds geld in het laadje brengt en bovendien het werk van de postbode zou moeten verlichten.

Hun briljant idee? De post niet meer afzonderlijk in je brievenbus dumpen, maar alles in één A4 enveloppe afleveren. De postbode zou dan nog alleen maar een brieventas hebben met allemaal A4 enveloppes, en er zou geen post meer verloren kunnen gaan. En omdat dit allemaal geld moet opbrengen, zou de enveloppe vol staan met weetjes, tips, reclame en “leuke aanbiedingen”. Blijkbaar zal het niet mogelijk zijn om witte enveloppes aan te vragen.

Ik sta toch erg sceptisch tegenover het idee. Mensen die (zoals ik) een sticker met “geen reclame a.u.b.” hebben, krijgen op die manier toch maar mooi weer wat meer reclame door de maag gesplitst. En als je met meerdere personen in hetzelfde huis woont, zou er nog maar 1 enveloppe afgeleverd worden met daarin alle post van iedereen. Geef mij maar de oude manier van postbedelen.

Rokjesdag

Rokjesdag. Een term die ooit door wijlen schrijver Martin Bril officieel de wereld in is gestuurd, nadat deze uitspraak al langer in de volksmond werd gebezigd. Net zo’n uitspraak als: “Vrouwen bloot, handel dood”, welke tijdens de eerste hete zomerdagen door de gemiddelde detaillist wordt gebruikt om aan te duiden dat de verkoop nagenoeg stil is komen te liggen, omdat iedereen in de tuin of aan het strand ligt. Wat is Rokjesdag dan?, hoor ik je denken. Eigenlijk vind ik het een beetje onzinnig om het erover te hebben, maar dat komt omdat je er in deze tijd, met al die verse zonnestralen, zo mee wordt geconfronteerd.

Ineens begint iedereen erover en lees je her en der verklaringen terwijl dat, volgens mij, nou net niet de bedoeling is; zo'n fenomeen gaan uitleggen en verklaren en dat het dan ook aan die verklaring moet voldoen.

Ik las namelijk onlangs ergens dat het pas Rokjesdag is als er meerdere vrouwen (opvallend veel) zich op straat wagen in een rokje met daaronde louter blote, let wel blote! benen. Dus, maillots, panties (waar ik juist een liefhebber van ben) en leggings doen niet mee. Ze zijn uitgesloten van deze prachtige dag die zich ieder jaar weer ergens in het voorjaar voordoet. Als we daarvan uitgaan is het nog geen Rokjesdag geweest. Dan is het, vooral in de ochtend, nog te koud voor de dames om zich zonder enige beenbescherming op straat te wagen. En logisch ook. Om nou 's middags op je werk je panties of je legging uit te trekken omdat het buiten wel eens warm genoeg voor Rokjesdag zou kunnen zijn, gaat ook wel een beetje ver.

Nee, volgens mij is het onzin om deze dag zo klinisch te benaderen. Wij weten allemaal best wel wanneer het Rokjesdag is. En dan niet alleen die ene, eerste dag maar gewoon de Rokjesperiode. De periode waarin we daadwerkelijk de warmte van de zon op onze huid kunnen voelen. Dat is de dag en de periode waarin broeierigheid, spanning, sensualiteit en erotiek hun plaats krijgen. Mannen kijken naar vrouwen en andersom. Mensen kijken naar mensen. Geflirt alom. Een terras, een goed glas witbier, een verbrand voorhoofd. Lammetjes, krokussen en zoenen, picknick in het park.

Eigenlijk kunnen we die periode het beste omschrijven als……Lente!

 

De tijden veranderen

Bob Dylan zong “the times they are a-changing” en hij had natuurlijk gelijk. De tijden veranderen, en dat is geen moderne trend maar een constant gegeven. Na regen komt zonneschijn, de wereld wordt geregereerd door herhalenden cycli en wat gisteren nog wet was, is vandaag door de wet verboden. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de crisis: de eerste tekenen van een heropleving duiken overal op.

Neem nu maar eens de arbeidssituatie in mijn bedrijf. Waar tijdens de crisis mensen ontslagen of tijdelijk economisch werkloos werden, gebeurt nu het omgekeerde: nieuwe medewerkers worden aangeworven en heel wat anderen durven het aan om van werk te veranderen (interne mutaties of gewoon naar een andere werkgever). En in één afdeling zijn ze heel drastisch geweest: het hoofdkantoor werd verplaatst met als gevolg dat de hele afdeling ontslag heeft genomen, of overplaatsing naar een andere dienst heeft gevraagd.

Van de ene dag op de andere (of toch bijna) wordt zo een dienst onthoofd en moeten nieuwe collega’s opgeleid worden. Collega’s die geen problemen hebben met de verhuizing en net daarom hun mutatie hebben aangevraagd naar het nieuwe hoofdkantoor. En zo blijkt dat de tijden inderdaad veranderen…en alles bij het oude blijft.

Hard Falen

Ook dit weekend is er een topsporter geveld door hartfalen. De voetballer Fabrice Muamba van de Bolton Wanderers uit Engeland zakte zaterdag tijdens een wedstrijd plotseling in elkaar. Zijn toestand is nog steeds kritiek. Hij is niet de eerste en zal zeker niet de laatste zijn. Er zijn nogal wat topsporters overleden tijdens het beoefenen van hun geliefde bezigheid. Vreemd eigenlijk. Je zou denken dat sporten gezond voor je is en zeker niet levensgevaarlijk. Niets is minder waar. Los van het feit dat er vele topsporters zijn die allerlei ongezonde stimulerende middelen gebruiken, zijn er ook velen die gewoonweg te veel sporten.

Daar is ons lichaam niet op gebouwd. Door extreem veel te trainen groeit het hart dusdanig dat het kwetsbaar wordt. De buitenkant duwt de binnenkant dan teveel naar binnen en kan er een hartaanval ontstaan. Het kan zelfs gevaarlijk zijn om, na een intensieve periode van topsport bedrijven, ineens te stoppen zonder degelijk af te trainen.

Het lichaam wordt in zo'n onnatuurlijke staat gebracht dat een ernstige complicatie op de loer ligt. Zoals met zo vele dingen geldt ook voor sporten dat je het met mate moet doen. Aan de andere kant kan het zo zijn dat je jarenlang goed bezig bent en volledig in balans, maar dat blijkt dat je altijd al een zwak hart had. Helaas te laat, want men komt er pas achteraf achter als het kwaad al is geschied. Zo hoorde ik gisteren dat mijn oma ooit in het ziekenhuis is overleden door hartfalen. Zij was op dat moment zes maanden zwanger. En zoals vele vrouwen zullen beamen is de periode van blijde verwachting er vaak ook een van flink afzien en zware inspanning. Bij mijn oma ontstonden er complicaties door een longontsteking en zij werd opgenomen in het ziekenhuis. Aangezien men destijds maar een soort penicilline gebruikte, kreeg zij die toegediend. Deze penicilline zorgde echter voor een aanslag op de hartfunctie en aangezien men niets wist van het 'zwakke' hart van mijn oma heeft ze het niet overleeft. Net als de baby die zij nog in zich droeg. Treurig maar waar. Gelukkig zijn de medici slimmer en beter geworden en is er voor voetballer Muamba nog hoop.

Hoe dan ook, sport niet te veel!

 

Muzikale herinnering

Vaag klinkt er een melodie door de kamer die iets van heel erg vroeger bij me oproept. Het is midden in de nacht, als ik even mijn ogen open doe zie ik vanaf mijn luchtbedje een halve maansikkeltje door de contouren van de grote boom heen. Ik probeer me uit mijn slaap te scheuren, wil de associatie die de muziek bij me oproept, opzoeken in mijn herinnering. Ik meen zelfs dat ik er ooit een tekst bij kende en als er inderdaad met menselijke stemmen gezongen wordt, is dat voor mij alleen maar verwarder. De melodie is dus iets vanuit een heel ver verleden van mijzelf. Ik heb het als kind gekend. Lees verder

Gelukkig zijn is makkelijker

Tegenslagen heeft iedereen wel eens. Er valt een glas, je handdoek sleept in het water nadat je een bad nam, het vlees bakte iets te bruin (euh zwart), er zat iets te veel kaas in dat gerecht… Je kent ze wel.
Hoe je daar mee omgaat is echter een keuze die je kan maken.

Ik merk wat een groot verschil er is in de manier hoe P en ikzelf naar deze kleine tegenslagjes kijken.
Ikzelf neem stoffer en blik en de stofzuiger, ik hang de handdoek op de radiator en neem desnoods een nieuwe, ik krab het laagje zwart eraf, ik doe er wat peper bij…
P vloekt en tiert en zou alles wegsmijten. Voorhem is alles 'kapot' en drie uur later is hij nog steeds opgedraaid.

Hij snapt niet hoe ik er zo kalm kan bij blijven. Terwijl het voor mij heel makkelijk is. Want wat is er nu echt mis/kapot? Niets toch. Het is maar hoe je er naar kijkt.
Er is niets onvervangbaar kapot (ik heb geen dure chinese vazen of kristallen glazen in huis, maar goedkoop spul van die zweedse handel).
En als het echt niet te vreten is, dan smijt je het weg en kook ik wel iets anders (of bestellen we een pizza – nog nooit moeten doen trouwens).

En ik snap dan weer niet waar hij zich zo druk in maakt. Het is zoveel makkelijker om er niet opgedraaid van te worden.

Dat heet dan gelukkig zijn

Elke middag probeer ik naar huis te gaan om te lunchen met mijn vrouw en jongste dochter. Een beetje quality-time temidden van de stress en het drukke leven. Dat is het grote voordeel van een baan te vinden op een boogscheut van je huis. En zeker als het dan nog eens een mooie lentedag is aan het einde van de winter.

We halen de stoelen buiten, zetten ons in het zonnetje en eten een broodje roquefort met zongedroogde tomaatjes. Aan de overkant is de buurman druk bezig de takken van zijn treurwilg bij te snijden. De postbode rijdt voorbij en heeft voor één keer geen rekeningen mee die dringend betaald moeten worden. Ik heb maar een half uurtje lunchpauze, maar dat volstaat om mijn dagelijkse voorraad vitamine D op te slaan. Dit is het echte leven. Dit is zalig. Dit is puur geluk.